Foto: Pixabay

Zorg
Lettertypes/grootte

Artikelindex

Het corona-virus, dat eerst werd afgedaan als een banale griep, is diep doorgedrongen in ons dagelijks leven. De impact is wereldwijd. Ook in ons dagelijks leven en op het werk moeten we rekening houden met  COVID-19. De ACOD verzamelde getuigenissen van op de werkvloer.

Mieke – de begeleidster kinderopvang

Als begeleidster in de stedelijke kinderopvang heb ik me heel onbeschermd en onbetekenend gevoeld in deze coronacrisis. De media praat veel over “de zorg” maar nooit met betrekking tot de kinderopvang. We krijgen begrip van familie en vrienden, maar weinig weerklank in de media.

Als kindbegeleidster de stempel “een BEREKEND RISICO” krijgen, weegt zwaar op mijn en onze schouders. Dit geeft het gevoel nietsbetekenend te zijn. Het niet verkrijgen van een lagere normbepaling door Kind en Gezin geeft ons sowieso een gevoel van respectloosheid, dit ten aanzien van in de eerste plaats de kinderen maar ook van onszelf als kindbegeleider(s).

De kinderopvang moest ter beschikking blijven van de ouders en kinderen. Ook voor thuiswerkende ouders die hun kinderen wilden brengen. Weigeren mocht niet van Kind en Gezin.
Dus namen we onze verantwoordelijkheid op voor de essentiële beroepen en omdat grootouders een risicogroep zijn. Maar er is veel bezorgdheid over de eigen veiligheid, die van onze kinderen, partner en familie.

De maatregelen zijn heel streng voor burgers. Er wordt geijverd voor beschermingsmiddelen voor de verpleging. In de kinderopvang was er enkel de opdracht om vaak je handen te wassen en het materiaal te reinigen. Social distancing, afstand nemen van baby’s, peuters (met of zonder verkoudheden) lukt zeer moeilijk/niet in ons beroep, dit door het fysiek contact tijdens de verzorging en de eetmomenten.

Toen de mondmaskers, die voorhanden waren in navolging van de federale richtlijnen, werden weggehaald ten voordele van het ziekenhuispersoneel, was er echt paniek onder de collega’s. Na tussenkomst van ACOD LRB kwamen er gelukkig snel oplossingen. Diverse stadsdiensten en kindbegeleiders (ook ikzelf) maakten mondmaskertjes voor onze verschillende locaties.

Op de vraag wie noodopvang nodig had, hielden uiteindelijk meer ouders hun kind(eren) thuis. We werkten om beurten en voelden ons iets veiliger. Maar telkens ik of mijn collega’s een kind verzorgden of eten gaven was er toch de onderliggende angst om besmet/ziek te worden. En toen het bestuur besliste om de opvang te concentreren in een beperkt aantal locaties, was er terug paniek. Opnieuw kwam ACOD LRB tussen. Het bestuur zorgde voor het scheiden van groepen en stuurde maatregelen bij. De onrust ging liggen en we voelden ons gehoord. Toch blijft de stress de overhand nemen want het aantal kinderen loopt terug op en we worden ingezet in andere diensten.

Ik heb veel gehad aan de info die ik als afgevaardigde kreeg van ACOD-LRB zoals de checklist/pamfletten om mee aan de slag te gaan. We werken SAMEN als vakbond met het bestuur aan deze crisis om de leden op de werkvloer alle bescherming te geven en er voor hen te zijn. Ikzelf mocht ook hier ondervinden dat je als afgevaardigde een grote steun bent voor collega’s, simpelweg door te luisteren, gerust te stellen en antwoorden/oplossingen te bieden waar kan. De paniek in de eerste weken heeft me wel wat onvoorbereide vakbondsdagen bezorgd in pyjama. Maar: niets wat je doet voor kinderen of de samenleving is ooit verspild.