Vandaag de dag gaat er enorm veel aandacht naar onze heldinnen en helden van de zorg, die zich dag in dag uit met een hoog risico voor zichzelf en hun naasten inzetten voor onze volksgezondheid. Maar ook de afvalophalers doen hun duit in het zakje.
Deze aandacht voor de personeelsleden uit de zorg is terecht. Vanuit ACOD-LRB en meer specifiek vanuit de Entiteit Intercommunales willen we ook de aandacht vestigen op een andere beroepsgroep. Een groep die zich ondanks alles ook met gevaar voor de eigen gezondheid blijft inzetten om onze samenleving draaiende te houden en de volksgezondheid te beschermen.
We hebben het hier over de afvalophalers, waaronder ook de auteur van dit artikel. De mensen die doorgaans dagelijks te maken krijgen met talloze verwijten, verbale en soms fysieke agressie van ongeduldige mensen terwijl ze hun zwaar beroep uitoefenen. Dat doen ze trouwens met de laagste lonen die de openbare sector te bieden heeft. Die agressie valt in tijden van corona wel mee, omdat niemand nog buiten komt, met uitzondering van onszelf en andere essentiële beroepen.
Essentiële taak
Er wordt niet of amper gesproken over de afvalophalers, buiten hier en daar een korte vermelding van het feit dat we moeten blijven werken. En dat zullen we zeker blijven doen, tot de laatste als het moet, al komt het hopelijk zo ver niet. Het is namelijk zo dat de uitoefening van onze job ook essentieel is voor de volksgezondheid. Indien ons werk niet langer gedaan kan worden stapelt het vuil zich op, met extreem onhygiënische omstandigheden en meer ziektes als gevolg. Een potentieel dramatische situatie wanneer het gevaar bestaat dat alle ziekenhuisbedden binnenkort vol liggen met corona-patiënten.
Onze maatschappelijke rol zullen we blijven spelen, maar dit is niet zonder verhoogd risico voor onzelf en onze directe naasten. De ACOD stuurt aan op het nemen van maximale maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan en dat is zeer positief, maar kan helaas onmogelijk waterdicht zijn in onze functie. De verhoogde afwezigheid van sommige collega's laat zich reeds voelen en met de voorspellingen van experts in het achterhoofd lijkt het voor ons, afvalophalers, niet de vraag of we besmet zullen geraken, maar wanneer.
Warme oproep
Vandaar deze warme oproep naar de mensen toe. Met de hoop dat ze, tijdens maar zeker ook na deze verschrikkelijke crisis, wat meer respect kunnen opbrengen voor dit werk en de mensen die het uitvoeren. De vele mensen die nu thuis zitten gebruiken, begrijpelijk, ook deze tijd om een grote opkuis te doen. We merken dit in het volume van het afval dat aangeboden wordt. We vragen om hierin toch rekening te houden met de afvalophalers die dit volume moeten verteren.